Het aantal aanslagen in Burkina Faso loopt snel op – afgelopen weekend een aanslag op een kerk, vlak daarvoor de gijzeling van een groep toeristen. Terwijl Nederland deze maand zijn bijdrage aan de VN-missie in buurland Mali stopzette, doen de Fransen nog altijd hun best om de opmars van het terreur in de regio tegen te gaan. Maar lukt dat wel?
Tijdens de zondagsmis vielen twintig gewapende mannen een kerk in Dablo binnen. De priester en vijf kerkgangers werden doodgeschoten, de kerk in brand gestoken, een aantal winkels overvallen, de rest van het dorp bleef in shock achter. Het was afgelopen weekend de zoveelste dodelijke aanslag in Burkina Faso, dat in sneltreinvaart ontwricht raakt door geweld. Honderdduizend burgers zijn al op de vlucht geslagen, achthonderd scholen zijn gesloten en ook andere instituties en ondernemingen houden hun deuren dicht uit angst voor nieuwe terreurdaden.
Inmiddels heeft de Burkinese staat niet alleen in het noorden de controle verloren, maar ook in delen van het oosten en in de buurt van de hoofdstad Ouagadougou, schrijft de Crisis Group in een analyse. ‘Rechtbanken zijn gesloten, politie en veiligheidsagenten komen niet meer uit hun posten omdat het te gevaarlijk is om te patrouilleren. Opstandelingen kunnen in dorpen openlijk hun boodschap verkondigen en hun invloed vergroten.’
Langs grote delen van de grens met Mali geldt zowel in Burkina Faso als in Niger sinds eind vorig jaar de noodtoestand. De onveilige situatie in het oosten van Burkina Faso dreigt bovendien over te slaan naar de buurlanden Togo en Benin, zo waarschuwen zowel de onderzoekers van ACLED als de International Crisis Group.